Een beter klimaat begint bij… een harde aanpak van milieucriminaliteit?
Klimaat is één van de dominante thema’s van het coalitieakkoord. Naast positieve stimulansen om klimaatverandering tegen te gaan en de uitstoot van stikstof te beperken, zet het kabinet ook in op repressie. De aanpak van milieucriminaliteit is een van de belangrijke pijlers om te komen tot een schone en gezonde leefomgeving. Bedrijven – en nadrukkelijk ook de bestuurders van bedrijven – die zich schuldig maken aan milieufeiten mogen de borst nat maken als het aan het nieuwe kabinet ligt.
Voorkoming van klimaat(verandering) zal dus ook in de strafrechtpleging een grotere rol gaan spelen. In september 2021 werd met het ‘Dreigingsbeeld Milieucriminaliteit 2021’ duidelijk dat volgens toezichthouders en handhavers de aanpak van milieucriminaliteit op dit moment nog sterk te wensen overlaat; de opsporing is gefragmenteerd, vervolging en berechting duren te lang en de uiteindelijke sancties zijn onvoldoende afschrikwekkend. Kortom: de strafrechtketen is op dit moment onvoldoende slagvaardig.
Om deze problemen het hoofd te bieden zet het nieuwe kabinet in op prioriteit, capaciteit en inzet voor strafrechtelijke handhaving, vervolging en berechting. Het versterken van de milieucapaciteit bij het Functioneel Parket en het trainen van rechters zijn twee belangrijke middelen om de aanpak van milieucriminaliteit te verbeteren. De verhoogde aandacht voor milieucriminaliteit zal leiden tot meer handhaving. Het voldoen aan en naleven van milieuregelgeving wordt dan ook nog relevanter. Het lijkt derhalve zaak om na te gaan of de bedrijfsvoering compliant is in relatie met milieuregelgeving.
Aanpak fraude- en (ambtelijke) corruptie
Om georganiseerde (drugs)criminaliteit beter aan te pakken, beoogt de coalitie in te zetten op een proactieve corruptiebestrijding. Onderdeel hiervan is het verbeteren van de integriteit van bedrijven en overheidsinstanties bij logistieke knooppunten, zoals de Rotterdamse haven en Schiphol. In dit kader wenst de coalitie de controles bij logistieke knooppunten aan te scherpen ter bestrijding van fraude en (ambtelijke) corruptie.
De kabinetsplannen voor bestrijding van fraude- en (ambtelijke) corruptie lijken louter repressief van aard; een gemiste kans. In afwachting van integraal beleid vanuit de overheid, verdient het voor bedrijven en overheidsinstanties aanbeveling een integraal beleid in werking te hebben ter bevordering van het zelfreinigend vermogen. Een dergelijk beleid dient richtlijnen te bevatten met betrekking tot het voorkomen van fraude en corruptie, het doen van zelfmelding en het nemen van remedial actions.
Een ander belangrijk punt is de modernisering van de transactie (artikel 74 Sr). In het bijzonder kunnen de voorwaarden wel een update gebruiken. Hoewel zich in de praktijk buitengerechtelijke afdoeningen voordoen waarbij bijvoorbeeld reorganisatie van compliance en/of een audit-verplichting onderdeel zijn van de transactie, is dit wettelijk – strikt gezien – nog altijd niet mogelijk.
Afpakken, afpakken, afpakken
Het nieuwe kabinet is voornemens de jacht op crimineel geld verder te intensiveren. Eén van de speerpunten van het coalitieakkoord is het voorstel om ‘crimineel’ vermogen te kunnen confisqueren in die gevallen waarin een veroordeling niet mogelijk is.
Een en ander sluit naadloos aan bij het concept wetsvoorstel ‘versterking aanpak ondermijnende criminaliteit II’ dat op 16 november 2021 in consultatie is gegaan. Dit concept wetsvoorstel omvat onder meer de mogelijkheid om crimineel geld en zaken afkomstig van criminaliteit af te pakken zonder een voorafgaande strafrechtelijke veroordeling (‘non-conviction based confiscation‘). Non-conviction based confiscation ziet op situaties waarin de illegale herkomst van het goed wel voldoende aannemelijk kan worden gemaakt, maar waarin vervolging van een verdachte voor een specifiek strafbaar feit niet mogelijk of wenselijk is, aldus de toelichting bij het concept wetsvoorstel. In tegenstelling tot het reeds beschikbare instrumentarium, staat bij het wetsvoorstel dus het goed en niet zozeer de persoon centraal.
De door het Openbaar Ministerie te volgen procedure is geschoeid op een civiele leest, hetgeen maakt dat de civiele rechter zich een oordeel zal moeten vormen over de eventuele criminele herkomst van goederen naar maatstaven van dat civiele bewijsrecht. Hoewel de coalitie beoogt eenvoudiger te kunnen afpakken lijkt de voorgestelde regeling op gespannen voet te staan met de fundamentele beginselen van strafrecht en mensenrechten. Op grond van Europese rechtspraak dient namelijk een verband te worden aangetoond tussen een vermeende criminele gedraging en de af te pakken activa. In veel gevallen zal naar aanleiding van dergelijk onderzoek een verdachte in beeld komen. In die gevallen waar een verdachte in beeld komt, dient een strafrechtelijke procedure – met de daarbij behorende waarborgen – te worden gevolgd. Of afpakken zonder veroordeling dan alsnog via de civiele weg mogelijk is – zoals beoogd met dit wetsvoorstel – is nog maar zeer de vraag. Een civiele verpakking kan immers niet het punitieve karakter van de maatregel verhullen.
Tot slot kan de toenemende roep tot ‘afpakken’ leiden tot een intensivering van de beslaglegging in een vroeg stadium van het strafproces; een trend die de afgelopen jaren steeds meer door lijkt te zetten.
Modernisering wetboek strafvordering
Het coalitieakkoord agendeert (opnieuw) de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. De modernisering van het wetboek is inmiddels een slepend traject. Om de geplande herziening te laten aansluiten bij de actuele ontwikkelingen verdient het aanbeveling dat de wetgever een standpunt inneemt over het maken van procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging (zie recente uitspraken van de rechtbank Limburg en Rotterdam).
Dergelijke procesafspraken zijn geïnspireerd op de Amerikaanse praktijk van plea bargaining en passen in de bredere trend van veramerikanisering van ons strafrecht. De vraag is echter of Nederland zich op dit punt moet willen spiegelen aan de Amerikaanse praktijk. Immers, procesafspraken kunnen leiden tot een meer beperkte en passieve rol van de rechter in het strafproces. Een dergelijke rol van de rechter zal de speelruime voor het Openbaar Ministerie verder vergroten, hetgeen de rechtstatelijke balans flink zal beïnvloeden.
Afronding
De hoofdlijnen van de plannen van Rutte IV zijn bekend, echter veel zal afhangen van de praktische uitwerking van de plannen. De coalitie legt een zwaar accent op repressie en bestrijding. Aandacht voor het noodzakelijke tegenwicht hiervoor, rechtsbescherming, ontbreekt. Het is te hopen dat in de uitvoering van de plannen wel aandacht wordt besteed aan rechtsbescherming. Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen. Hebt u vragen over de plannen van het nieuwe kabinet of de (mogelijke) gevolgen hiervan voor u of uw onderneming? Neem dan gerust contact met ons op.